woensdag 18 september 2013

De "R" van Roostergonomie

Op basis van veel onderzoek zijn een aantal ergonomische kenmerken van roosters benoemd en voorzien van een normering. roosterergonomische kenmerken kunnen gebruikt worden om roosters te verbeteren. In onderstaande tabel zijn de adviezen bij elkaar gevoegd.
De beschrijvingen zijn summier. Een aantal onderdelen zijn dan ook nader toegelicht in een apart artikel.

Roosterkenmerk
Aantal dienstsoorten:
Een ploegendienst kent vaak meerdere soorten diensten, elk met eigen begin- en eindtijden. Hoe meer verschillende soorten diensten er in het rooster zitten, hoe minder overzichtelijk het is. Het advies is dan ook het aantal verschillende dienstsoorten zo veel mogelijk te beperken.
Dagdiensten:
Onder dagdiensten verstaan we diensten tussen 7:30 en 19:00. Deze diensten worden in het algemeen als minst belastend ervaren. Het advies is dan ook om zaken die in dagdienst kunnen gebeuren in dagdienst te doen en niet in een vroege, late, of nachtdienst.
Vroege diensten:
Onder vroege diensten verstaan we diensten die voor 7:30 beginnen. Hoe vroeger de dienst begint, hoe meer belasting de dienst met zich mee brengt. Advies is om bij voorkeur niet voor 7:00 te beginnen.
 Late diensten:
Onder late diensten verstaan we diensten die na 19:00 eindigen. Een enkele late dienst kan gunstig zijn voor de combinatie werk-privé, maar bij meer late diensten slaat dit meestal om in een nadeel. Advies is om de eindtijd zo te kiezen dat er nog enige sociale tijd over is voordat het bedtijd is.
 Nachtdiensten:
Onder nachtdiensten verstaan we diensten waarin meer dan 1 uur tussen 22:00 en 6:00 wordt gewerkt. Vanuit gezondheidsoptiek is de nachtdienst het meest belastend. Advies is daarom het aandeel nachtdiensten in het rooster zo klein mogelijk te houden.
Flexibele dienst:
Een flexibele dienst is een dienst waarvan bij de start van het rooster nog niet vaststaat op welke dag of op welk tijdstip er gewerkt moet gaan worden. Dat kan bijvoorbeeld een terugkomdag zijn of een reservedienst. Flexibele diensten kunnen handig zijn om bepaalde beheersvragen of onvoorziene omstandigheden bij de toepassing van het rooster op te vangen. Maar flexibele diensten geven ook onzekerheid aan de medewerker. Daarom is het advies de inzet van die diensten zo veel mogelijk te beperken en waar ze voorkomen duidelijke afspraken te maken over de inzet, waarbij met name de mededelingstermijn een aandachtspunt is.
Weekenddienst:
Werken in het weekend is vooral bezwaarlijk vanuit sociale optiek. Veel mensen vinden een heel vrij weekend belangrijk, terwijl anderen genoeg hebben aan een vrije zaterdag of zondag. Advies is om de spreiding van de vrije weekenddagen zo goed mogelijk af te stemmen op de wensen van de medewerkers in het rooster.
Dienstduur: (voor nadere toelichting klik hier)
De lengte van een werkdag is normaliter tussen de 7 en 9 uur. Langere diensten leiden tot een hogere belasting, zeker als het er meer achter elkaar zijn. Kortere diensten kunnen aantrekkelijk zijn in de combinatie werk-privé, maar moeten ook niet te kort worden. Advies is om de inzet van langere diensten zo veel mogelijk te voorkomen, vooral in de nachtdienst.

 Roostertype:
Qua roostertype onderscheiden we discontinue, semicontinue en volcontinue roosters. Bij volcontinu werkt men op alle dagen en uren van de week. Semicontinu is wel alle uren van de dag, maar niet alle dagen van de week. En discontinue is wanneer men niet alle uren van de dag wordt ingezet. Alle dagen van de week werken is vooral van sociaal oogpunt belastend, terwijl inzet ‘s nachts dat ook nog ongezond maakt. Een discontinue rooster zonder nachtarbeid is dus te adviseren boven een semi- of volcontinu rooster.
Roostercyclus:
Een ploegendienst kent een cyclus van een aantal weken. Na afloop van de cyclus herhaalt het rooster zich op dezelfde manier. Hoe korter de cyclus, hoe makkelijker het is om je leven er op in te richten. Een kortere cyclus heeft dus de voorkeur boven een langere cyclus.
Gemiddelde arbeidstijd:
De gemiddelde wekelijkse arbeidstijd die uit een rooster voortvloeit moet passen bij de belasting van het rooster. Zwaar lichamelijk werk of veel nachtarbeid vraagt dus om een lagere arbeidstijd dan licht administratief werk of uitsluitend dagdienst.
Bij een bedrijfstijd vanaf 80 uur -> 38 uur
Bij een bedrijfstijd van 120 uur per week -> 36 uur
Bij een bedrijfstijd van 121-144 uur -> 34,8 uur.
Bij een bedrijfstijd van 145-168 uur -> 33,6 uur
 Flexibele arbeidstijd:
Van een flexibele arbeidstijd is sprake indien de gemiddelde arbeidstijd niet constant is, bijvoorbeeld vanwege seizoensinvloeden of pieken en dalen in het werk. Advies is om dergelijke variaties in arbeidstijd zo voorspelbaar mogelijk vorm te geven en de variatie binnen de plus 10% en min 10% van de gemiddelde arbeidstijd te houden.
 Reekslengte:
De reekslengte geeft aan hoeveel diensten er achter elkaar gewerkt wordt voordat sprake is van een of meer vrije dagen. Een reeks van allemaal gelijke diensten is in het algemeen belastender dan een reeks waarin van dienstsoort gewisseld wordt. Binnen een reeks is het echter ook aan te bevelen gelijke diensten zoveel mogelijk bloksgewijs te plannen. Advies is om bij verschillende diensten in een reeks de reeks te beperken tot 4 tot 6 diensten. Een reeks van één dienstsoort kan het best niet langer zijn dan 4 diensten, bij voorkeur iets korter. Een aaneengesloten reeks van nachtdiensten is bij voorkeur niet langer dan 2 of 3 nachtdiensten achter elkaar.

Rotatiesnelheid:(voor nadere toelichting klik hier)
De rotatiesnelheid geeft aan hoe snel er van dienstsoort wordt gewisseld. Een snelle rotatie voorkomt dat negatieve effecten van een dienstsoort zich kunnen gaan opstapelen. Het advies is daarom een dienstsoort in blokjes van 2 tot 4 diensten in te roosteren (bij nachtdiensten 2 of 3).

Regelmaat:
De regelmaat gaat over de opbouw van het rooster. Hoe zijn de werkdagen en vrije dagen gespreid en in welke ritmes worden de verschillende dienstsoorten doorlopen? Een evenredige verspreiding van werkdagen en vrije dagen en terugkerende ritmes leveren de minste belasting op. Advies is om vooral voldoende hersteltijd te plannen 
na zware dienstreeksen.
Rotatierichting: (voor nadere toelichting klik hier)
De rotatierichting gaat over de volgorde waarin vroege, dag-, late en nachtdiensten elkaar afwisselen. Een voorwaartse rotatie (V
DLN) heeft daarbij de voorkeur boen een achterwaartse rotatie (NLDV). Voorwaarts roteren is vooral belangrijk bij dienstwisselingen in een reeks aaneengesloten diensten. Voorwaarts roteren van de ene dienstreeks naar de volgende is minder belangrijk als er tussen de reeksen veel vrije tijd zit.
Vrije tijd:
Vrije tijd is niet alleen een dag zonder dienst, maar ook een vrije ochtend of een vrije avond. De vrije tijd moet de medewerker de mogelijkheid bieden werk en privé te combineren. Advies is om in het rooster wekelijks te zorgen voor voldoende vrije avonden en vrije dagen.